Het buitenspelen in de natuur brengt specifieke risico’s met zich mee. In ons ‘Veiligheid en gezondheidsbeleid‘ en in diverse protocollen is vastgelegd hoe we omgaan met risico situaties (zoals bijvoorbeeld bomen klimmen, vuurtje stoken, spelen in de buurt van water etc)
Wij kunnen de buitenruimte niet totaal aanpassen aan strikte veiligheidsnormen. Wij vinden het juist ook goed dat kinderen leren omgaan met reëel gevaar in hun omgeving. Het zorgt ervoor dat ze zelfredzaam worden en verantwoordelijk leren zijn voor hun eigen veiligheid. Wij hebben uiteraard wel zorg gedragen voor het elimineren van groot en middelgroot risico. We zijn gespitst op het juiste evenwicht zoeken tussen grenzen stellen en vrij laten. Dat geldt voor de omgang en benadering van de kinderen maar zeker ook voor het evenwicht tussen avontuur en veiligheid. Voor de jongere kinderen ziet dat er in de praktijk uit dat wij vaak terugkomen op dezelfde plek voor herkenning. We zoeken naar een besloten biotoop waar de omgeving spannend genoeg is, maar wel zo dat de kinderen hun begeleiders nog kunnen zien. Voor kinderen vanaf 7 jaar zoeken we juist een plek waarop zij genoeg uitdaging vinden en ook hun eigen geheime plekje kunnen vinden. Op deze leeftijd krijgen kinderen behoefte aan hun eigen plek.
We spelen meestal op verschillende, maar vaste locaties in de natuur. Deze locaties zijn allemaal op veiligheid onderzocht door middel van een risico-analyse. Daaruit is gekomen dat het veilig is om te spelen, mits er duidelijke regels worden opgesteld tussen kind, begeleiders en ouder. De risicoanalyses en de afspraken per situatie zijn zeer uitgewerkt, zodat wij ons steeds bewust zijn van wat kan en wat niet kan. De kinderen worden hier uitgebreid in betrokken, zodat ze op ten duur zelf ook verstandige inschattingen kunnen maken.